Anubis Wiki
Advertisement

Ze zijn hier wel wat ingedut hoor
―Irene tegen Nienke

Irene Martens is de grootmoeder van Nienke en speelt een ondersteunde rol in de Nederlands-Vlaamse jeugdserie Het Huis Anubis (2006-2009). Ze wordt vertolkt door Roelie Westerbeek.

Achtergrond[]

Uiterlijk[]

Irene heeft wit haar en bruine ogen.

Persoonlijkheid[]

Irene heeft een liefdevol, vrolijk en zachtaardig karakter. Ze is erg zorgzaam en lief naar iedereen toe, met name haar kleindochter.

Verschijningen[]

Seizoen 1[]

Ze is voor het eerst te zien als ze samen met Nienke in de taxi zit naar het Huis Anubis. Daar aangekomen wilt ze uitstappen maar Nienke houd haar tegen. Kort erna belt ze Nienke als ze veilig is aankomen in het woon-zorgcentrum. Ze geniet van de bezoekjes die Nienke brengt. Ze is wat bezorgd over Nienkes toestand in het huis. Irene geeft ook aan dat ze moeilijk kan wennen in het woon-zorgcentrum. In aflevering 61 komt ze langs op Nienke's school, om naar de musical te kijken, waarin Nienke de hoofdrol speelt. Irene geeft Nienkes vrienden elk een roos, als een vriendelijk gebaar.

Halverwege het eerste seizoen belt ze om te laten weten dat Sarah is overleden. De volgende dag komt ze op bezoek voor de eerste en laatste keer in het internaat. Daar aangekomen geeft ze Nienke een kistje met foto's en oude krantenknipsels, namens Sarah. Irene begrijpt niet goed waarom Nienke zo begaan is met de oude vrouw.

Seizoen 2[]

Aan het begin van dit seizoen valt Irene in een coma, nadat Nienke de graal opende. Doorheen het seizoen heeft ze meerdere malen aanvallen, dit tot groot verdriet van Nienke. Naar het eind van dit seizoen toe komt Irene even bij en zet Nienke en de club op het juiste spoor om de bloedlijn naar de uitverkoren (Noa) te vinden. Helemaal aan het einde van het seizoen komt Irene uit haar coma, nadat de club Toet en Amneris heeft herenigd.

Seizoen 3[]

In dit seizoen komt ze niet voor, al woont ze nog altijd in het woon-zorgcentrum.

Seizoen 4[]

In dit seizoen komt ze niet voor, al woont ze nog altijd in het woon-zorgcentrum.

Advertisement